Cursusinformatie

Pathogenen, onkruid en ongewervelde dieren veroorzaken wereldwijd aanzienlijke verliezen aan gekweekte planten. Gewasbescherming is noodzakelijk om onze gewassen te beschermen. Het maakt zijn waarde en voordeel duidelijk voor de land- en bosbouw en voor de tuinbouw, met name door het verminderen van opbrengstverliezen en het waarborgen van de kwaliteit van gewassen. Het biedt ook een aanzienlijk algemeen voordeel voor de samenleving: draagt bij tot het veiligstellen van het inkomen van landbouwbedrijven in de landbouw, de bosbouw en de tuinbouw, en dus ook tot het veiligstellen van de werkgelegenheid in plattelandsgebieden. Het is een belangrijke factor bij het verbeteren van de efficiëntie van de gewasproductie op open land en bij het veiligstellen van de onschadelijkheid van deze producten op het gebied van gezondheid.

De thematische strategie voor een duurzaam gebruik van pesticiden van 2006 heeft geleid tot een nieuw wetgevingskader voor de goedkeuring en het gebruik van pesticiden. In het kader van deze strategie is op 21 oktober Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad aangenomen (met de naam SUD), tot vaststelling van een kader voor communautaire actie ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden door de risico’s en effecten van het gebruik van pesticiden op de menselijke gezondheid en het milieu te verminderen en het gebruik van geïntegreerde gewasbescherming (IPM) en van alternatieve benaderingen of technieken, zoals niet-chemische alternatieven voor pesticiden, te bevorderen.

De Commissie heeft de uitvoering van de richtlijn duurzaam gebruik van pesticiden op het niveau van de lidstaten nauwlettend gevolgd. Er is aanzienlijke vooruitgang geboekt en tegenwoordig hebben alle lidstaten hun NAP's aangenomen. Uit de beoordelingsresultaten blijkt echter dat de uitvoering door de lidstaten in het kader van de richtlijn duurzaam gebruik van pesticiden zeer divers is qua volledigheid en dekking en dat de lidstaten hun plannen moeten verbeteren, bijvoorbeeld door meetbare streefdoelen op te nemen om een duidelijk beeld te krijgen van de mate van uitvoering van de richtlijn duurzaam gebruik van pesticiden.

Bijzondere belangstelling en ambities zijn gericht op de toepassing en beoordeling van IPM-beginselen en van alternatieve benaderingen of technieken zoals niet-chemische alternatieven voor pesticiden om de afhankelijkheid van het gebruik van pesticiden te verminderen. De lidstaten hebben nog geen duidelijke criteria vastgesteld om ervoor te zorgen dat de algemene beginselen van geïntegreerde gewasbescherming door alle professionele gebruikers worden toegepast. De naleving van de IPM-beginselen op het niveau van de individuele telers wordt niet systematisch gecontroleerd.

Om te blijven streven naar een betere tenuitvoerlegging van praktijken voor duurzaam gebruik en bepalingen van de richtlijn, wordt opleiding voor de actoren die betrokken zijn bij de ontwikkeling van beleid en richtsnoeren, controlemonitoring en rapportageactiviteiten aangemerkt als een belangrijke tol en een prioriteit voor de inspanningen van de EG.